Algemene basisfunctionaliteiten
Type verkeerslichtenregeling
-
In de regel worden overal voertuigafhankelijke regelingen toegepast, op basis van CCOL en gegenereerd met TLCGen (open source generator G4-gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag).
-
De voertuigafhankelijke regeling maakt gebruik van een standaard indeling van het detectieveld:
-
-
Voor voetgangers drukknoppen aan beide zijden van de oversteek. Bij een middenberm van voldoende breedte wordt ook hier een drukknop geplaatst. Het dient bij meerdere drukknoppen in de middenberm voor de voetganger duidelijk te zijn voor welke richting groen wordt aangevraagd.
-
Voor fietsers een koplus, detectie op afstand (20 meter) en een drukknop naast de koplus.
-
Voor OV in- en uitmelddetectie met VECOM en/of KAR en op een vrijliggende OV-baan een aparte massadetectielus (verloslus) bij de stopstreep. In 2024 wordt voor bussen de transitie van VECOM naar KAR ingezet. Hiervoor worden alle nieuwe VRI’s met KAR uitgerust. Trams blijven gebruik maken van VECOM, op de manier zoals omschreven in de Memo Standaard in- en uitmelden trams. Het Vecom systeem blijft daar waar aanwezig operationeel. Voor de tram wordt het ook onderhouden terwijl het voor de bus wordt uitgefaseerd.
-
IVER-detectieveld (2009) voor autoverkeer bestaande uit een koplus en een lange lus, en op het DVM-netwerk ook ver-weg detectie (60 meter)[1]. Dit is verder beschreven in Werkomschrijving 0031 Standaard detectie.
-
-
Als uitzondering op de regel worden, in specifieke situaties en om invulling te geven aan een specifiek beleidsdoel, ook netwerkregelingen toegepast. Dit zijn op dit moment ImFlow netwerkregelingen.
Conflictafhandeling
In Den Haag worden zoveel mogelijk conflictvrije regelingen toegepast. Deelconflicten worden alleen overwogen als dit geloofwaardig en uit capaciteitsoverwegingen noodzakelijk wordt geacht, of als het niet mogelijk is om civieltechnische aanpassingen aan het kruispunt door te voeren om conflictvrij regelen mogelijk te maken. Daarbij geldt:
-
Uit veiligheidsoverwegingen geen deelconflicten tussen linksafslaand autoverkeer en (tegemoetkomend) langzaam verkeer. Daar waar dergelijke deelconflicten nog aanwezig zijn, wordt een maatwerk oplossing gezocht. Er zijn nog enkele locaties waar reconstructie nodig is om het deelconflict met linksafslaand verkeer eruit te halen en waar het voorlopig niet anders kan.
-
Deelconflicten met rechtsafslaand autoverkeer en rechtdoorgaand langzaam verkeer (fietsers, voetgangers) worden toegepast onder bepaalde condities, zoals:
-
-
er is geen ruimte voor een aparte rechtsaf opstelstrook voor het autoverkeer;
-
het aantal rechtsafslaande auto’s is beperkt;
-
in de fasevolgorde wordt rekening gehouden met de rechtsafslaande deelconflicten (bijvoorbeeld toepassen van een poot-voor-poot fasevolgorde);
-
de rechtsafslaande auto heeft goed zicht op het verkeerslicht van het conflicterend langzaam verkeer en daarmee goed zicht op het deelconflict;
-
geen tweerichtingenfietspad aanwezig is.
-
-
Een deelconflict in de regeling wordt altijd getoond: de voorrangsrichting (meestal het langzaam verkeer) wordt groen, ook als er geen aanvragen voor zijn. Uitzondering hierop vormen voetgangersrichtingen, als de geloofwaardigheid en de veiligheid daarom vragen. Het moet voor de voorrang verlenende richting (meestal de afslaande auto) duidelijk zijn dat de voorrangsrichting al groen heeft en oprijdt/oploopt. Daarvoor wordt altijd een voorstart voor de voorrangsrichting in de regeling opgenomen (veelal op 0 seconden ingesteld, omdat de oprijtijd van de voorrang verlenende richting vaak groter is dan de oprijtijd van de voorrangsrichting).
-
Een deelconflict wordt in alle gevallen beveiligd door middel van borden. Als er aanleiding toe is, kunnen aanvullend knipperlichten worden toegepast. De keuze voor aanvullende beveiliging wordt vanuit DSO-Mobiliteit samen met VM gemaakt, in overleg met betrokkenen zoals de verkeersveiligheidsspecialist van de politie en de wegbeheerder.
Wachtstand
Bij een wachtstandregeling houden de verkeerslantaarns de kleur groen of rood vast, zolang er geen noodzaak voor wijziging van de kleur is. Dergelijke situaties treden vooral in heel rustige situaties op, zoals ‘s nachts. In de basis zijn er twee typen wachtstandregelingen:
-
wachtstand rood: toestand waarin alle richtingen rood licht houden, zolang er geen verkeer is;
-
wachtstand groen: toestand waarin het groen van bepaalde richtingen (meestal de doorgaande route) wordt vastgehouden bij de afwezigheid van conflicterend verkeer;
-
wachtgroen: toestand waarin de laatste richting die groen heeft gekregen ook groen blijft, totdat er op een conflictrichting een aanvraag wordt ingediend.
In de gemeente Den Haag is standaard gekozen voor wachtstand rood, ervan uitgaande dat er een volledig detectieveld ligt en de regeling volledig voertuigafhankelijk functioneert. In uitzonderlijke gevallen, bij een duidelijke hoofdrichting of bij een beperkt detectieveld, maakt de beheerder van de VRI de afweging om eventueel wachtstand groen toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn:
-
bij een geregelde voetgangersoversteekplaats (GOP);
-
op stedelijke of regionale hoofdwegen zonder verweg detectie (dit is vooral nog van toepassing op oudere installaties: nieuwe installaties worden hier standaard voorzien van verweg detectie);
-
als de etmaalintensiteit op de hoofdrichtingen meer dan vijf keer zo hoog is als op de conflictrichtingen.
In de keuze voor wachtstand is altijd ruimte voor maatwerk, wanneer de specifieke situatie hier om vraagt.
Kruisen vrijliggende OV-banen
De keuze om vrijliggende OV-banen aan te leggen wordt gemaakt in multidisciplinaire projectgroepen (paragraaf 2.1). Op locaties waar een vrijliggende OV-baan op een kruispunt met een VRI uitkomt, wordt deze geregeld met een negenoog. Conflicterende autorichtingen worden dan geregeld met een drielichts verkeerslantaarn. Wanneer de VRI enkel het conflict met de vrijliggende OV-baan regelt, en niet met andere modaliteiten, wordt een tweelichts verkeerslantaarn toegepast. Bij voetgangersoversteken die vrijliggende OV-banen kruisen worden tramwaarschuwingslichten (TWL’s) toegepast. De wijze waarop dit gebeurt, is beschreven in Werkomschrijving-0164 - Uniforme TWL's bij voetgangersoversteken.
Voorzieningen voor mensen met een beperking
Bij het afhandelen van voetgangers spelen ook maatregelen voor mensen met een beperking een belangrijke rol. Met name voor mensen met een visuele beperking zijn extra voorzieningen nodig om hen te attenderen op het verkeerslicht. Akoestische signalering wordt standaard voorbereid in de VRI. Als de stichting ‘Voorall’ (belangenorganisatie voor Hagenaars met een beperking) vraagt om akoestische signalering, dan wordt deze (daar waar mogelijk) ook ingeschakeld. In overleg met deze stichting worden ook afspraken gemaakt over continue inschakeling van de akoestische signalering, of alleen tijdens bepaalde perioden, al dan niet tijdelijke aanpassingen aan het geluidsniveau e.d. DSO-Mobiliteit is de partij die primair verantwoordelijk is voor het goed vormgeven van kruispunten voor mensen met een visuele beperking. Het Handboek Openbare Ruimte (HOR) geeft richtlijnen voor voorzieningen voor mensen met een beperking en het VOV heeft hierbij een toetsende functie.
- 1 In 2018 is het IVER-detectieveld gewijzigd. Deze wijzigingen zijn door VM geëvalueerd. Uit deze evaluatie is gebleken dat het gewijzigde detectieveld uit 2018 onvoldoende meerwaarde bood, in relatie tot de extra kosten die daar tegenover staan. Uiteindelijk is ervoor gekozen om het IVER-detectieveld uit 2009 als standaard te blijven hanteren.