Bijlage 4: Monitoringsplan
Het monitoringsplan beschrijft de wijze waarop het verkeerskundig functioneren van de VRI’s wordt gevolgd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de V-Log-centrale van gemeente Den Haag. De VRI’s in Den Haag verzamelen continu data over de verkeerskundige werking. Deze gegevens worden centraal opgeslagen bij het landelijk dataportal van het NDW (Nationaal Dataportaal Wegverkeer) en zijn via de analysetool van de V-Log-centrale (op dit moment YAVC) toegankelijk voor verkeerskundige analyses (fasediagram, monitoring van indicatoren en streefwaarden).
In de V-Log-centrale zijn uiteenlopende prestatie-indicatoren beschikbaar. In dit monitoringsplan wordt een aantal van deze prestatie-indicatoren gebruikt om te toetsen:
-
of sprake is van een veilige en geloofwaardige regeling;
-
of wordt voldaan aan de streefwaarden uit de regelstrategie.
Daarnaast is het van belang dat de basis voor de verkeerskundige monitoring op orde is en blijft. Het controleren op databeschikbaarheid en de aanwezigheid van de benodigde verbindingen is een belangrijke randvoorwaarde voor de verkeerskundige monitoring. Deze controles vallen onder het technisch ketenbeheer.
Een geloofwaardige/veilige regeling
Om de geloofwaardigheid en veiligheid van de verkeersregeling te toetsen zijn de prestatie-indicatoren uit Tabel 3 in paragraaf 4.3 van belang. Het monitoren vindt voor elke VRI jaarlijks plaats met behulp van de V-Log centrale.
De indicatoren worden uit de V-Log centrale verzameld door middel van bulk-export. Vervolgens wordt de aan de grenswaarden te toetsen waarde bepaald na de volgende selecties en bewerkingen:
-
Selecteer twee weken aan data en alleen werkdagen.
-
Selecteer tijden alleen overdag tussen 6:00 en 21:00 uur.
-
Selecteer de maximumwaarde en een interval van 15 minuten.
-
Dit resulteert in een bestand met 600 kwartierwaarden per signaalgroep.
-
Om de piekwaarden eruit te filteren wordt de 95e percentiel waarde over deze 600 kwartierwaarden berekend.
De monitoring of een regeling veilig en geloofwaardig functioneert wordt, als daar aanleiding voor is, uitgebreid door camerabeelden te raadplegen, het fasendiagram te analyseren, logbestanden van de VRI te bekijken of door observatie op straat. De verkeerskundig beheerder bepaalt wanneer uitgebreide monitoring nodig is, op basis van recente ervaringen en/of klachten van derden.
Streefwaarden uit de regelstrategie
De kwaliteitseisen zijn in de regelstrategie gerelateerd aan de indicator wachttijd (gemiddeld of maximaal). Als definitie voor de wachttijd geldt de tijd tussen het tot stilstand komen van een weggebruiker (voertuig, fietser of voetganger) voor een rood licht en het passeren van de stopstreep en/of begin van de oversteek bij groen. Bij metingen in de praktijk wordt echter vaak de tijd tussen de groenaanvraag en het daadwerkelijk groen worden van een richting aangehouden. Dit wordt in YAVC de wachttijd eerstwachtende genoemd.
Om de gemeten waarden voor de wachttijd te toetsen aan de gestelde streefwaarden is een rekenmethode vastgesteld, die in overeenstemming is met de gekozen indicatoren uit de regelstrategie. Voor de maximale wachttijd wordt gebruik maakt van de 95e percentiel waarde van de maximale wachttijd eerstwachtende. Voor de OV-categorieën en fiets wordt daarnaast ook de gemiddelde waarde van de maximale wachttijd bepaald. Alle VRI’s worden jaarlijks getoetst aan de streefwaarden.
Berekenen maximale wachttijd Voetganger/Fiets/Auto en gemiddelde wachttijd Fiets
Maximum wachttijd eerstwachtende wordt berekend met de indicator ‘wachttijd eerstwachtende’ van YAVC door middel van bulk-export. Aandachtspunten daarbij:
-
de wachttijd wordt gemeten vanaf de eerste inmelding van een koplus/drukknop tijdens geel of rood, tot startgroen van de betreffende signaalgroep;
-
bij koplussen wordt de meting teruggetrokken als de koplus weer afvalt tijdens rood, bij een drukknop niet;
-
op startgroen worden lopende metingen weggeschreven, wachttijd nul door groen wordt dus niet meegenomen in het resultaat, mee-aanvragen hebben zo geen invloed.
Meer informatie: https://www.codingconnected.eu/yavvwiki/analyse/analyse-wachttijd-eerstwachtende/
Figuur 7: Printscreen YAVC bulk-export wachttijd eerstwachtende
Vervolgens wordt de aan de streefwaarden te toetsen waarde bepaald na de volgende selecties en bewerkingen:
-
Selecteer twee weken aan data en alleen werkdagen.
-
Selecteer tijden alleen overdag tussen 6:00u en 21:00u, wanneer het netwerk voldoende gevuld is, inclusief OV (daarnaast is dit dezelfde tijd als wanneer de Haagse verkeerscentrale is bemand en is 21:00u ook de eindtijd van koopavond op donderdagavond).
-
Selecteer wachttijd eerstwachtende, maximum en een interval van 15 minuten. Dit betekent dat elk kwartier de hoogste waarde van alle wachttijden eerstwachtende van alle cycli binnen dat kwartier wordt weggeschreven als resultaat.
-
Dit resulteert in een bestand met 600 kwartierwaarden per signaalgroep van de maximum wachttijd eerstwachtende binnen die kwartieren.
-
De maximale wachttijd wordt bepaald door de 95e percentiel waarde over deze 600 kwartierwaarden te berekenen (dit betekent dat als alle waardes van laag naar hoog op een rijtje worden gezet, dat de 570ste waarde wordt weergegeven en dat de 30 hoogste wachttijdwaarden eruit worden gefilterd).
-
De gemiddelde wachttijd voor fietsverkeer wordt bepaald door de gemiddelde waarde over deze 600 kwartierwaarden voor fietssignaalgroepen te berekenen.
Berekenen maximale en gemiddelde wachttijd Openbaar Vervoer
Aangezien over het algemeen voor het openbaar vervoer geen gebruik wordt gemaakt van koplussen, maar van een in- en uitmeldlus, geldt hiervoor een iets andere methode dan voor de voetganger, fiets en auto. Voor het OV wordt gebruik gemaakt van de indicator ‘tijd inmelding tot uitmelding OV’ in YAVC door middel van een bulk export.
Meer informatie: https://www.codingconnected.eu/yavvwiki/analyse/analyse-tijd-inmelding-tot-groen-ov/
Figuur 8: Printsrceen YAVC bulk-export tijd inmelding tot groen
Voor de selectie van data worden dezelfde selectiecriteria gebruikt als voor de voetganger, fiets en auto met de export wachttijd eerstwachtende.
De gemiddelde en maximumwaarde van de tijd tussen in- en uitmelding wordt vervolgens als volgt bepaald:
-
Gemiddelde waarde: Over alle kwartierwaarden van de twee werkweken binnen het tijdsvenster wordt hierover zowel de 50ste percentielwaarde (mediaan) als de 5de percentielwaarde (als freeflow-waarde om uitschieters aan de onderkant eruit te halen) berekend. Vervolgens wordt het 5de percentiel van het 50ste percentiel afgetrokken om zo een regelmatig voorkomende gemiddelde verliestijd weer te geven en te corrigeren voor het feit dat in- en uitmelddetectie niet exact op dezelfde plek ligt voor OV-richtingen. Voor de gemiddelde streefwaarden wordt het type data weergave “gemiddeld” gebruikt (per kwartier de gemiddelde tijd inmelding tot uitmelding over alle OV-bewegingen over de signaalgroep).
-
Maximumwaarde: Over alle kwartierwaarden van de twee werkweken binnen het tijdsvenster wordt zowel de 95ste percentielwaarde (om uitschieters naar boven weg te filteren) als de 5de percentielwaarde (als freeflow-waarde om uitschieters aan de onderkant eruit te halen) berekend. Vervolgens wordt het 5de percentiel van het 95ste percentiel afgetrokken om zo een regelmatig voorkomende hoge verliestijd weer te geven en te corrigeren voor het feit dat in- en uitmelddetectie niet exact op dezelfde plek ligt voor OV-richtingen. Voor de maximum streefwaarden wordt het type data weergave “maximum” gebruikt (per kwartier de maximum gemeten tijd inmelding tot uitmelding over alle OV-bewegingen over de signaalgroep).
Aangezien de detectoren voor in- en uitmelding op verschillende locaties qua afstand tot de stopstreep net een beetje anders liggen, wordt dit ondervangen door bij de maximum streefwaarden het 95ste percentiel van de tijd van inmelding tot uitmelding (bij de gemiddelde streefwaarden een 50ste percentiel / mediaan) te reduceren met de freeflow-waarde van de tijd tussen inmelding en uitmelding, zijnde het 5de percentiel van de inmelding tot uitmelding. De 5percentielwaarde wordt dus afgetrokken van de 95percentielwaarde (of 50ste percentiel).
Percentiel-waardes voor OV worden berekend over alleen de kwartieren waarin er ook aanbod was (waarden hoger dan nul) voor de betreffende signaalgroep.