Werkwijze om streefwaarden te bereiken

In de praktijk blijkt dat niet altijd wordt voldaan aan de streefwaarden voor alle categorieën op een kruispunt. Dit speelt vooral als meerdere belangrijke categorieën op een kruispunt samenkomen. Voor die situaties is het goed een uniforme werkwijze aan te houden, gericht op die situaties waar extra inspanning nodig is om te proberen streefwaarden te halen. Deze werkwijze is schematisch weergegeven in Figuur 3.

Figuur 3: Stappenplan met maatregelen om aan streefwaarden te voldoen

De verschillende onderdelen van het stappenplan zijn hierna kort toegelicht.

Bepaal streefwaarden

Om te kunnen toetsen of een VRI aan de beleidsambities voldoet, zijn de streefwaarden zoals genoemd in paragraaf 4.3 het uitgangspunt. De gebiedstypering per VRI die daarbij gehanteerd moet worden, is terug te vinden in de VRI-prioriteitenkaart (VRI-Den Haag Viewer (arcgis.com)).

Toets of streefwaarden worden gehaald

Deze toets kan worden uitgevoerd tijdens het ontwerpproces voor een nieuwe VRI of bij bestaande VRI’s. De hoogte van de streefwaarden per categorie vormen het uitgangspunt: als eerste wordt de toets uitgevoerd voor de categorie met de laagste streefwaarde in Tabel 4 van paragraaf 4.2. In het ontwerpproces wordt gebruik gemaakt van de beschikbare verkeersregeltechnische ontwerptools (zie paragraaf 3.2, Functionaliteiten van een verkeersregeling). Bij bestaande kruispunten wordt gebruik gemaakt van meetdata, verzameld op basis van monitoring (Bijlage 4: Monitoringsplan). Ook bij een ingrijpende wijziging in een VRI is het wenselijk om vooraf te toetsen of wordt voldaan aan de streefwaarden.

Maatregelen om te voldoen aan streefwaarden

In het stappenplan in Figuur 3 zijn mogelijke maatregelen opgenomen die een wegbeheerder kan inzetten om aan de streefwaarden te voldoen. Afhankelijk van de lokale situatie kan worden afgeweken van de volgorde waarin de maatregelen worden doorlopen of kan worden besloten dat maatregelen niet nader worden onderzocht (en dus worden overgeslagen).

Pas regeling aan

Met aanpassingen aan de verkeersregeling, of het toepassen van een ander type verkeersregeling (ITS-applicatie), is het wellicht mogelijk om wel aan de streefwaarden te voldoen. Ook aanpassingen aan de installatie (bijvoorbeeld door het toevoegen van detectie) kunnen hieraan een positieve bijdrage leveren.

Maak keuze op basis van volgorde van streefwaarden

Als de voorgaande maatregelen niet het gewenste effect sorteren, is het veelal wel mogelijk om voor één of meerdere categorieën de streefwaarden te halen. De hoogte van de streefwaarden per categorie biedt houvast om keuzes te maken hoe om te gaan met de overschrijding van streefwaarden:

  • Bij het zoeken naar mogelijke verbeteringen wordt als eerste gekeken naar de categorie met de laagst gewenste maximale wachttijd die de streefwaarden niet haalt. Ervan uitgaande dat het OV meestal de streefwaarden wel haalt, zal hierdoor vaak eerst gezocht worden naar mogelijke verbeteringen voor fietsers en voetgangers en daarna pas of er nog verbeteringen voor het autoverkeer mogelijk zijn. Gevolg is dat in dergelijke gevallen de streefwaarden voor het autoverkeer niet gehaald wordt. Dit is acceptabel, mits de veiligheid en geloofwaardigheid niet in het geding komen (roodlichtnegatie, terugslag, kruispuntblokkades en dergelijke).

  • Als eventuele ‘restruimte’ in een regeling aanwezig is (categorieën waar de streefwaarden niet overschreden worden terwijl dat bij andere categorieën wel het geval is), wordt de hoogte van de streefwaarde per categorie gebruikt om deze restruimte te verdelen. Ook dan wordt als eerste gekeken naar de categorie met de laagst gewenste maximale wachttijd.

Op het moment dat niet alle streefwaarden voor alle categorieën gehaald worden, zijn andere oplossingen noodzakelijk, zoals reconstructie, of wordt het kruispunt als Maatwerk-VRI bestempeld (zie ‘Maatwerk vereist’).

Reconstrueer kruispunt

Als alle voorgaande maatregelen onvoldoende regelruimte opleveren om de streefwaarden te halen, biedt een grootschalige reconstructie van het kruispunt mogelijk extra regelruimte. Hiermee worden grotere infrastructurele wijzigingen aan het kruispunt bedoeld, zoals het aanleggen van extra rijstroken, het toevoegen of verwijderen van een hele tak of het aanleggen van een vrij liggende bus- of trambaan. Ook circulatie-aanpassingen bij of rondom het kruispunt (instellen eenrichtingsverkeer, afslagverboden en dergelijke) kunnen helpen. In ieder geval moet er binnen de gemeente een project voor worden opgestart. In de tussentijd wordt op het kruispunt zo goed mogelijk geprobeerd de beschikbare regelruimte te verdelen over de betrokken categorieën. Dit gebeurt in samenspraak tussen DSO-Mobiliteit (beleid) en VM (dagelijkse operatie).

Maatwerk vereist

Uiteindelijk kan de conclusie ook zijn dat de maatregelen om streefwaarden te halen niet opwegen tegen de gevolgen (bijvoorbeeld omdat de kosten niet opwegen tegen de baten). Op dat moment wordt ervoor gekozen om per individueel kruispunt maatwerk te leveren. Uit analyses is gebleken dat bij ongeveer 10% van de Haagse VRI's, op basis van de bestaande inrichting en het verkeersaanbod, de streefwaarden voor de belangrijkste categorieën niet gehaald kunnen worden. Deze kruispunten staan benoemd in Bijlage 1: Maatwerk-VRI’s. Wegindeling, wegaanbod en/of verkeersaanbod moet daar wijzigen om het verkeer verkeerskundig zodanig te faciliteren dat streefwaarden gehaald worden. Op deze locaties is maatwerk vereist om te bepalen op welke manier de schaarste verdeeld wordt. In samenspraak tussen DSO-Mobiliteit (beleid) en VM (dagelijkse operatie) wordt voor elk van de maatwerk-VRI’s individueel gekeken hoe met de (overschrijding van) streefwaarden omgegaan wordt. Per kruispunt wordt de basisstrategie bepaald:

  • als eerste kijken naar mogelijke verbeteringen voor de categorie met de laagste streefwaarden, of;

  • een evenredige verdeling van overschrijdingen van de streefwaarden over de verschillende categorieën;

  • of een combinatie hiervan.

Op basis van deze strategie worden per maatwerk-VRI kwalitatieve afspraken gemaakt over het gewenste niveau van verkeersafwikkeling, rekening houdend met:

  • de mate van overbelasting van het kruispunt;

  • het aantal fasen in de regeling (maatwerk-VRI’s zijn vaak complexe kruispunten met veel fasen).

Uiteindelijk is het de bedoeling om voor elk van deze kruispunten tot werkbare afspraken te komen, die als basis dienen voor het verkeerskundig beheer.